Administratieve sancties voor minderjarigen
Op voorstel van het College heeft de Gemeenteraad van 28 februari
het Algemeen Politiereglement aangevuld. Voortaan zullen ook
minderjarigen van 16 tot 18 jaar een administratieve sancties opgelegd
kunnen krijgen.
De wet van 13 mei 1999 heeft de
administratieve sancties ingevoerd in België. De doelstelling van deze
wetgeving was de correctionele rechtbanken en de politierechtbanken te
ontlasten van de behandeling van bepaalde lichtere inbreuken die vaak
te maken hadden met burgerlijke ongehoorzaamheid.
Een
dergelijke inbreuk kon vanaf dan op gemeentelijk niveau behandeld
worden op basis van een vaststelling van een politieagent of een
beëdigd gemeenteambtenaar die hiertoe werd aangesteld. Het dossier
wordt vervolgens voorgelegd aan de Afgevaardigde Ambtenaar die door het
College werd aangesteld en die de overtreder een administratieve boete
kan opleggen van maximaal € 250.
De voornaamste inbreuken
betreffen de openbare reinheid (sluikstorten, graffiti), het
nachtlawaai, het niet respecteren van de reglementering in de openbare
parken, het wildplakken van affiches, de verplichting om dieren
waarover men het toezicht heeft onder controle te houden, allerlei
beschadigingen, enz.
De administratieve sancties werden op 17
juni 2002 opgenomen in ons Algemeen Politiereglement. Sindsdien werd de
wet van 1999 op federaal niveau aangevuld in 2004.
Het
ingevoerde systeem werkt momenteel heel goed en het aantal behandelde
dossiers stijgt constant. De nieuwe bepalingen die de Gemeenteraad
heeft goedgekeurd maken het mogelijk om deze procedure ook toe te
passen voor minderjarigen van 16 tot 18 jaar die feiten hebben gepleegd
die een inbreuk vormen tegen het Algemeen Politiereglement.
Deze
nieuwe bepalingen zijn heel interessant want er dient toch vastgesteld
te worden dat dergelijk gedrag van jongeren – dat niet ernstig is maar
wel getuigt van een gebrek aan respect voor de elementaire regels van
het maatschappelijk leven – op het niveau van de parketten en
rechtbanken vaak echt ongestraft blijft.
De procedure voor
jongeren verschilt echter op talrijke punten van de procedure voor
volwassenen. Als er een proces-verbaal wordt opgemaakt, moet er een
bemiddelingsprocedure met de jongere voorzien worden via een
criminoloog die hiertoe werd aangesteld alvorens het dossier over te
dragen aan de sanctionerende ambtenaar. Zo kan de jongere voorgesteld
worden om gemeenschapswerk uit te voeren of om het slachtoffer te
vergoeden in plaats van een administratieve boete op te leggen. In het
kader van de procedure moet de minderjarige begeleid worden door een
advocaat die door de Deken werd aangewezen. Als er toch een boete wordt
opgelegd, mag deze niet hoger zijn dan € 125.
Er wordt gehoopt
dat dergelijk onaangenaam gedrag dat het dagelijks leven van iedereen
verstoort aanzienlijk zal verminderen door deze nieuwe manier van
optreden die aan ons Algemeen Politiereglement werd toegevoegd.
Claude DESMEDT